Terug naar Nieuwsbrief artikelen.

Belangrijke onderwerpen ontbreken in Belastingplan 2016

Inhoudelijke reactie op Prinsjesdag 2015: “De voorstellen die de positie van het MKB stimuleren, zijn summier. Dit terwijl het MKB de banenmotor van Nederland is. Zo ontbreekt bijvoorbeeld een concreet voorstel voor het pensioen in eigen beheer. Het zou passen als er meer aandacht wordt gegeven aan deze doelgroep.”

 

Inkomensbeleid

De tariefstructuur beziend, moet helaas geconstateerd worden dat de verstorende werking van de afbouw van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting niet wordt weggenomen. Gevolg is dat de feitelijke progressie flink afwijkt van de formele progressie van de tariefschijven. Door de afbouw van de kortingen betalen de middeninkomens een fors hoger marginaal tarief dan ons zogenaamde toptarief van 52%. Combinaties met toeslagen of andere inkomensafhankelijke regelingen kunnen dit effect nog vergroten. Het wordt zo ingewikkeld gemaakt dat een leek het niet meer kan overzien.

Samenvoeging WBSO en RDA

Veel ondernemers die gebruik maken van de WBSO en de RDA behoren tot het MKB. Maatregelen die betrekking hebben op deze regelingen, raken het MKB dus ruimschoots. De samenvoeging van beide regelingen tot één regeling binnen de loonheffingen lijkt op het eerste oog tot een vermindering van de administratieve lasten doordat er nog maar één beschikking nodig is. Er moet echter worden opgemerkt dat de ZZP-er niet onder de loonheffingen valt en dus geen gebruik meer zou kunnen maken van de RDA als deze in de vorm van een afdrachtvermindering wordt gegoten.

Differentiatie box 3

Er is veel kritiek geleverd op de huidige systematiek van box 3. Het ministerie van Financiën heeft zich de kritiek, blijkens het Belastingplan 2016, ter harte genomen en heeft nagedacht over aanpassing van het huidige systeem.

Er wordt in het voorstel niet aangeknoopt bij de realiteit maar opnieuw bij een fictief rendement. Mensen met grotere vermogens zouden meer rendement kunnen behalen vanwege andere aanwendingsmogelijkheden. De vraag komt op of het relevant is welk rendement iemand zou kunnen genieten. Immers, niet iedereen met een bepaald vermogen zal dit op een alternatieve wijze aanwenden. Tevens is het ook maar de vraag of bijvoorbeeld een banktegoed van grotere omvang (zeker op dit moment) wel meer oplevert dan een kleinere aandelenportefeuille.

De vergelijking valt te maken met het huidige systeem (fictief rendement), dus de houdbaarheid kan opnieuw ter discussie komen te staan.

“Verruiming schenkingsvrijstelling ook voor studie”

Positief is de verruiming van de schenkingsvrijstelling. In 2014 bleek de tijdelijke verruiming van de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning een schot in de roos. Zeker in de huidige economische situatie is het vaak lastig om een financiering voor een eigen woning te krijgen. De voorgestelde verruiming van de schenkingsvrijstelling past daar goed bij.

Door het huidige leningensysteem dat voor studies wordt gehanteerd, is studeren een stuk duurder geworden, soms zelfs een financiële brug te ver. Ook hier kan een grote schuldenlast ontstaan. Kan de schenkingsvrijstelling dan niet ook worden uitgebreid tot schenkingen voor studies? Uiteindelijk is de Nederlandse economie daar ook bij gebaat.

 

 

 

Bron: register voor belastingadviseurs